HPV-vaccinatie

Vanaf 2022 krijgen alle kinderen die in dat jaar 10 jaar worden een oproep om zich te laten inenten tegen HPV. HPV is een virus dat verschillende vormen van kanker, zoals baarmoederhalskanker, kan veroorzaken. Veel kinderen en ouders vragen zich af: wel of niet vaccineren tegen HPV?


In het kort 

  • Veel mensen in Nederland krijgen HPV, maar weinig mensen worden hier ziek van. Bij de meeste mensen verdwijnt het weer. Je kunt er bijvoorbeeld genitale wratten van krijgen. Later in je leven kun je er onder andere baarmoederhalskanker, anuskanker of keelkanker van krijgen.
  • De HPV-vaccinatie beschermt vooral tegen virussen die baarmoederhalskanker, maar ook andere, meer zeldzame vormen van kanker kunnen veroorzaken bij vrouwen en mannen.
  • HPV is een seksueel overdraagbare aandoening (soa). Leefstijl doet ertoe. Bij geen seksueel contact of bij contact met één partner loop je minder kans op een HPV-infectie.
  • Meedoen aan een bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker kan ervoor zorgen dat baarmoederhalskanker in een vroeg stadium wordt ontdekt.
HPV-vaccinatie

Informatie

Wat is HPV?

De letters HPV staan voor het Humaan Papilloma Virus. Veel mensen krijgen HPV: ongeveer 80 tot 90 procent van de mensen. Er zijn meer dan 100 soorten HPV. Een deel van die soorten is seksueel overdraagbaar (soa). Van sommige typen HPV kun je genitale wratten krijgen. Ongeveer 15 seksueel overdraagbare typen HPV kunnen kanker veroorzaken. Baarmoederhalskanker is het bekendst, maar HPV kan ook andere vormen van kanker veroorzaken. Zoals bij de geslachtsdelen, de anus en het hoofdhalsgebied. Dit kan bij vrouwen en bij mannen. Type 16 en 18 HPV zijn het gevaarlijkst. Zij zijn verantwoordelijk voor ongeveer 70 procent van de gevallen van baarmoederhalskanker. In Nederland krijgen per jaar gemiddeld 1.100 vrouwen en 400 mannen kanker door HPV. Dit is relatief weinig in vergelijking met andere soorten kanker. Ongeveer 25 procent van de vrouwen die baarmoederhalskanker krijgt, overlijdt daaraan.

Hoe krijg je HPV?

De verspreiding van HPV gebeurt vooral door seksueel contact. Bijvoorbeeld door seksueel contact via handen, het aanraken van geslachtsdelen en geslachtsgemeenschap. Hoe meer verschillende partners je hebt (gehad), hoe groter de kans is om HPV te krijgen.

Er wordt al lange tijd onderzoek gedaan naar verspreidingsroutes van HPV, en daaruit blijkt steeds weer dat seksueel contact de belangrijkste route is waardoor je besmet raakt. Onder seksueel contact valt alles waarbij je elkaars geslachtsdelen aanraakt. Vroeger veroorzaakte HPV voornamelijk kanker aan geslachtsdelen. Dát is wel veranderd. Steeds meer mensen krijgen door HPV kanker in hun mond- of keelholte. Maar dit is niet omdat HPV nu makkelijker wordt overgedragen. Hoogstwaarschijnlijk heeft het ermee te maken dat meer mensen orale seks hebben. Daardoor kan het virus van de geslachtsdelen in de keelholte terecht komen. Sinds we dit weten, lees je soms dat je door tongzoenen met iemand die HPV in de keelholte heeft, zelf HPV kunt krijgen. Maar het is nooit bewezen dat HPV door speeksel kan worden overgedragen. Ook voor overdracht van HPV naar de keelholte is seksueel contact de belangrijkste veroorzaker.

Soms wordt beweerd dat bij één seksueel contact de kans op een infectie al zo’n 60 procent is. Maar die uitspraak klopt niet helemaal: het is wél correct dat bij één seksueel contact met iemand die HPV heeft, de geschatte kans dat HPV wordt overgedragen, 60 procent is. Ook al heb je seksueel contact met iemand die al meerdere seksuele partners heeft gehad, dan is de kans dat jij daardoor HPV krijgt toch kleiner dan 60 procent. Dan moet je namelijk een schatting maken van de kans dat je seksuele partner HPV heeft. Dit is erg complex om in te schatten en afhankelijk van veel factoren. Daarom is niet bekend hoe groot de kans is om HPV te krijgen bij het eerste seksuele contact, maar het is in ieder geval minder dan 60 procent.

Uit wetenschappelijke studies blijkt dat ook monogame koppels HPV kunnen krijgen. Maar daarbij moet je een belangrijke kanttekening plaatsen. In wetenschappelijke studies worden koppels soms al monogaam genoemd als ze vanaf 3 maanden voor de start van het onderzoek geen andere seksuele partner hebben dan elkaar. Daarvóór kunnen ze dus andere relaties gehad hebben, of meerdere losse seksuele contacten.

Een ander begrip dat vaak verschillend gebruikt wordt, is ‘maagd’. In onderzoek kan iemand maagd genoemd worden als hij/zij geen ‘penetrerende geslachtsgemeenschap’ heeft gehad. Iemand kan dan dus wel allerlei andere seksuele handelingen hebben gedaan. En ook daardoor, zonder uiteindelijk geslachtsgemeenschap, kun je HPV krijgen. Zo kan het dus komen dat in onderzoek ook maagden HPV blijken te hebben en dat een aanzienlijk percentage van de monogame koppels HPV krijgt.

Een belangrijke laatste opmerking: er is een kleine kans dat je HPV krijgt, zonder ooit seksueel contact te hebben. In een studie bleek 1,3% van de maagden die nog helemaal géén seksueel contact hadden gehad HPV te hebben. Als twee maagden een monogame relatie aangaan, is er dus ook een kleine kans om HPV over te dragen. Daarom is het als vrouw belangrijk om mee te doen aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker, het uitstrijkje, waar je vanaf 30 jaar voor uitgenodigd wordt. Voor andere vormen van HPV-gerelateerde kanker is er geen bevolkingsonderzoek. Over het bevolkingsonderzoek lees je meer in het volgende kopje.

Wat gebeurt er als je het virus hebt opgelopen? Meestal ruimt het lichaam het virus zelf op (binnen twee jaar). Maar het virus kan ook blijven sluimeren en na een lange periode afwijkingen in cellen veroorzaken. Deze afwijkingen kunnen uitgroeien tot kanker.

Bevolkingsonderzoek

Een manier waarop je baarmoederhalskanker meestal tijdig kunt opsporen, is consequent meedoen aan het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Dit is belangrijk, zowel voor vrouwen die ingeënt zijn als voor vrouwen die dat niet zijn. Door dit uitstrijkje kan de ziekte al in een vroeg stadium worden ontdekt en kan er tijdig behandeling worden ingezet. Desondanks wordt baarmoederhalskanker met het uitstrijkje niet in alle gevallen tijdig ontdekt. Behandelingen die volgen als er afwijkende cellen blijken te zijn bij het bevolkingsonderzoek kunnen veel impact hebben.

Om de kans op de genoemde kankers nog kleiner te maken, biedt het Rijksvaccinatieprogramma het HPV-vaccin aan. Maar ook het vaccin biedt geen 100 procent bescherming.

Kunnen jongens ook HPV krijgen?

Jazeker! Ook jongens kunnen een HPV-infectie krijgen én doorgeven. Ook voor jongens geldt dat ze het virus vooral oplopen (en overdragen) door wisselend seksueel contact. Jongens kunnen geen baarmoederhalskanker krijgen, maar er kunnen ook andere vormen van kanker ontstaan als gevolg van dit virus. Bijvoorbeeld kanker aan de anus, penis, mond- of keelholte.

Waarom (jong) vaccineren?

Om de kans op de genoemde kankervormen nog kleiner ter maken, biedt het Rijksvaccinatieprogramma het HPV-vaccin aan. Vaccineren tegen dit seksueel overdraagbare virus heeft vooral nut als je de typen virus waarvoor wordt ingeënt nog niet hebt gehad. De overheid wil daarom jonge jongens en meisjes laten prikken (ruim voordat ze seksueel actief worden. Voor veel jongeren is dat ergens tussen hun 12e en hun 16e). De HPV-vaccinatie wordt daarom aangeboden vanaf de leeftijd van 10 jaar.

De HPV-vaccinatie beschermt niet tegen alle soorten HPV, maar vooral tegen de types 16 en 18. Niet alle gevallen van kanker worden veroorzaakt door deze twee types HPV. Vóór 2022 kregen alleen meisjes het vaccin aangeboden ter bescherming tegen baarmoederhalskanker. Daartegen biedt het vaccin 88 procent bescherming. Vanaf 2022 is dit uitgebreid naar jongens om ook hen te beschermen tegen verschillende vormen van kanker. Daarnaast draagt het inenten van jongens bij aan het opbouwen van groepsimmuniteit en dus ook aan de bescherming van meisjes en vrouwen.

Wat zijn de gevolgen van niet-inenten?

Net zoals bij andere vaccinaties is het inenten tegen HPV vrijwillig. Wat gebeurt er als je je niet in laat enten?

HPV is een erg besmettelijk virus. De kans op besmetting wordt groter als je verschillende seksuele partners hebt. Als jij en je partner geen wisselende seksuele contacten hebben (gehad), is de kans op besmetting met HPV klein. Dan is de kans dus klein dat je negatieve gevolgen zult ervaren als je je niet laat inenten. Maar het is belangrijk om te beseffen dat seksueel contact zonder geslachtsgemeenschap ook een risico vormt. Elk contact in en rondom je geslachtsdelen, ook via handen, kan het virus overbrengen.

Als je toch besmet raakt met HPV, is het bevolkingsonderzoek (‘uitstrijkje’) in 82 tot 92 procent van de gevallen voldoende om een beginstadium van baarmoederhalskanker tijdig te ontdekken. Het verder doorgroeien van de cellen kan dan goed worden tegengegaan met een behandeling. Genezing is dan mogelijk. Wel kan de behandeling blijvende gevolgen hebben voor de vrouw.

Er is geen bevolkingsonderzoek voor de andere vormen van kanker die door HPV worden veroorzaakt.

Is de inenting verplicht?

Nee, het is niet verplicht om je te laten vaccineren tegen HPV. De mogelijkheid om gratis te worden ingeënt is een initiatief van de overheid. De vaccinatie bestaat uit twee prikken en wordt uitgevoerd door de GGD bij jou in de buurt. Alle kinderen die 10 jaar worden, krijgen de uitnodiging. Daarnaast krijgen in 2022 en 2023 alle 12- tot 18-jarigen die deze prik nog niet hebben gehad, deze alsnog aangeboden. Tot je 26e jaar kun je de prik gratis halen.

Mag je als 10-jarige zelfstandig beslissen over de HPV-vaccinatie?

Nee, dat mag niet. Kinderen tot en met 11 jaar vallen volledig onder de zeggenschap van de ouders. Bij herhaalprikken of het later halen van de vaccinatie geldt dat kinderen vanaf 12 tot en met 15 jaar volgens de wet bij medische behandelingen of onderzoeken een belangrijke eigen stem hebben. Zowel het kind als de ouder moet dan toestemming geven voor de vaccinatie. Dit valt onder de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO). Deze wet regelt rechten en plichten van artsen en patiënten. De wet spreekt over een ‘toenemende verantwoordelijkheid voor jongeren van 12 tot 16 jaar’, maar het vertrekpunt is de wilsonbekwaamheid van een 12-jarige. Medische besluiten moeten daarom in goed onderling overleg met elkaar worden genomen. Wanneer je bij de GGD verschijnt voor deze inenting, gaat men ervan uit dat je ouders geen bezwaar hebben (‘veronderstelde toestemming’).

Opvattingen

Wat vindt de NPV van de HPV-vaccinatie?

Aandacht voor levensstijl

Het oplopen en verspreiden van HPV is in belangrijke mate een gevolg van het hebben van wisselende seksuele contacten. Door de  vrije seksuele moraal heeft HPV zich inmiddels breed verspreid onder de bevolking. Door de hoge besmettingsgraad is de kans op het oplopen van dit type virus steeds groter geworden.

Seksueel contact met alleen je eigen partner of seksuele onthouding beperken deze verspreiding nog steeds aanzienlijk. Deze manier van leven blijft de effectiefste manier om het virus – en daarmee de verschillende vormen van kanker die soms het gevolg kunnen zijn – tegen te gaan.

Bij deze leefstijl is het risico op het krijgen van door HPV veroorzaakte vormen van kanker zonder inenting klein, maar niet onmogelijk. Als jij of je partner wel wisselende contacten heeft (gehad), kun je alsnog voor inenten kiezen.

Opvattingen

Afweging proportionaliteit

Bij de keuze van de overheid om een vaccin op te nemen in het Rijksvaccinatieprogramma wordt afgewogen of het breed aanbieden van een vaccin meerwaarde biedt voor de volksgezondheid. Daarbij wordt de vrije seksuele omgang met verschillende partners als vaststaand gegeven aanvaard.

Bij het maken van een eigen keuze is het goed om de persoonlijke afweging te maken: is vaccineren in de persoonlijke situatie proportioneel? Hoe groot is de kans om besmet te raken en hoe groot of klein is de kans om een vorm van kanker te krijgen door een HPV-besmetting?

Belang van gesprek met kinderen en beslissingsbevoegdheid

Kinderen tot en met 11 jaar vallen volledig onder de zeggenschap van de ouders. Ouders kiezen dus voor het kind. Welke keuze je als ouders ook maakt, belangrijk blijft het gesprek met je kind, zodat hij of zij al jong je overwegingen weet. Bij het later halen van de vaccinatie geldt dat kinderen vanaf 12 tot en met 15 jaar volgens de wet een belangrijke eigen stem hebben. Zowel het kind als de ouder moet dan toestemming geven voor de vaccinatie. Maar als een kind in die leeftijdscategorie vraagt om vaccinatie, wordt toestemming van de ouders verondersteld. Dit vindt de NPV een te vrije uitleg van de wet. De arts of verpleegkundige weet immers niet of er ook daadwerkelijk overleg is geweest met ouders. Dat kun je niet controleren. De NPV pleit daarom voor een vorm van controleerbare toestemming.

Hulpaanbod

Heb je vragen over de HPV-vaccinatie? Neem contact op met de NPV-Advieslijn. Je kunt met ons bellen, e-mailen en chatten. Wij helpen je graag verder!

"Fijn om in gesprek te zijn!"

Is HPV in jouw situatie een goede keuze?

Je hebt na het lezen van deze pagina misschien nog wel vragen over jouw persoonlijke situatie. Bijvoorbeeld:

  • Kan ik behalve vaccineren nog iets anders doen om baarmoederhalskanker te voorkomen? En hoe zit dat met andere door HPV veroorzaakte kankervormen?
  • Ik ben bang dat ik een HPV-infectie heb. Wat moet ik nu doen?
  • Ik vind vaccinatie een lastig onderwerp. Ik wil me niet zomaar voor alles inenten. Wat is het risico voor mij als ik me niet laat inenten tegen HPV?
  • Mijn zoon of dochter heeft de oproep voor HPV-vaccinatie gekregen. Ik vind het moeilijk om voor haar een keuze te maken. Kan hij of zij later ook zelf beslissen?

Deze vragen kun je stellen aan de NPV-Advieslijn. Jouw persoonlijke situatie staat dan centraal. Heb je vragen over vaccineren in het algemeen? Ga dan naar de themapagina over vaccinatie of bestel de brochure.

NPV-Advieslijn

Gerelateerd nieuws

Bijdrage NPV voor verkiezingsprogramma’s: ‘Bescherm het leven’

02 augustus 2023

Bijdrage NPV voor verkiezingsprogramma’s: ‘Bescherm het leven’

In november zijn er nieuwe verkiezingen voor de Tweede Kamer. Wat de NPV betreft laten de politieke partijen in hun verkiezingsprogramma’s zien dat zij kiezen voor de zorg voor en de beschermwaardigheid van het leven. In een brief aan de partijen heeft de NPV daarvoor aandachtspunten meegegeven.