De letters HPV staan voor het Humaan Papilloma Virus. Veel mensen krijgen HPV: ongeveer 80 tot 90 procent van de mensen. Er zijn meer dan 100 soorten HPV. Een deel van die soorten is seksueel overdraagbaar (soa). Ongeveer 15 seksueel overdraagbare typen HPV kunnen kanker veroorzaken. Baarmoederhalskanker is het bekendst, maar HPV kan ook andere vormen van kanker veroorzaken. Zoals bij de geslachtsdelen, de anus en het hoofdhalsgebied.
De verspreiding van HPV gebeurt vooral door seksueel contact. Bijvoorbeeld door seksueel contact via handen, het aanraken van geslachtsdelen en geslachtsgemeenschap. Hoe meer verschillende partners je hebt (gehad), hoe groter de kans is om HPV te krijgen.
Type 16 en 18 HPV zijn verantwoordelijk voor ongeveer 70 procent van de gevallen van baarmoederhalskanker. De HPV-vaccinatie beschermt vooral tegen deze typen virussen. Maar (deels) ook tegen andere typen van HPV.
Baarmoederhalskanker komt relatief weinig voor in vergelijking met andere soorten kanker. Elk jaar krijgt ongeveer 1 op de 10.000 vrouwen in Nederland de diagnose baarmoederhalskanker. Ongeveer 25 procent van de vrouwen die baarmoederhalskanker krijgt, overlijdt daaraan.
Wat gebeurt er als je het virus hebt opgelopen? Meestal ruimt het lichaam het virus zelf op (binnen twee jaar). Maar het virus kan ook blijven sluimeren en na een lange periode afwijkingen in cellen veroorzaken. Deze afwijkingen kunnen uitgroeien tot kanker.
Net zoals bij andere vaccinaties is het inenten tegen HPV vrijwillig. Wat gebeurt als je je niet in laat enten? Ook dan kun je HPV krijgen. HPV is een besmettelijk virus.
De kans op besmetting wordt groter als je verschillende seksuele partners hebt. Als jij en je partner geen wisselende seksuele contacten hebben (gehad), is de kans op besmetting met HPV klein. Maar het is belangrijk om te beseffen dat seksueel contact zonder geslachtsgemeenschap ook een risico vormt. Elk contact in de genitale streek, ook via handen, kan het virus overbrengen.
Het bevolkingsonderzoek (‘uitstrijkje’) is in bijna alle gevallen voldoende om een beginstadium van baarmoederhalskanker tijdig te ontdekken. Het verder doorgroeien van de cellen kan dan goed worden tegengegaan met een behandeling. Genezing is dan mogelijk.
Een manier waarop je baarmoederhalskanker meestal tijdig kunt opsporen, is consequent meedoen aan het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Door dit uitstrijkje kan de ziekte al in een vroeg stadium worden ontdekt en kan er tijdig behandeling worden ingezet. Desondanks voorkomt het uitstrijkje niet volledig dat vrouwen baarmoederhalskanker ontwikkelen. Behandelingen die volgen als er afwijkende cellen blijken te zijn bij het bevolkingsonderzoek kunnen wel veel impact hebben.
Om de kans op de genoemde kankers nog kleiner te maken, biedt het Rijksvaccinatieprogramma het HPV-vaccin aan. Maar ook het vaccin biedt geen 100 procent bescherming.
Jazeker! Ook jongens kunnen een HPV-infectie krijgen én doorgeven. Ook voor jongens geldt dat ze het virus vooral oplopen (en overdragen) door wisselend seksueel contact. Jongens kunnen geen baarmoederhalskanker krijgen, maar er kunnen ook andere vormen van kanker ontstaan als gevolg van dit virus. Bijvoorbeeld kanker aan de anus, penis, mond- of keelholte. Vanaf 2022 krijgen ook jongens het vaccin tegen HPV aangeboden.
Onder het kopje ‘Veelgestelde vragen’ vind je nog extra informatie over de oproep voor de HPV-vaccinatie, of de vaccinatie verplicht is en wie over deze vaccinatie kan beslissen. Wil je meer weten over vaccinatie in het algemeen? Bekijk dan de themapagina over vaccinatie.
Het oplopen en verspreiden van HPV is in belangrijke mate een gevolg van het hebben van wisselende seksuele contacten. Seksueel contact met alleen je eigen partner, of seksuele onthouding, beperken deze verspreiding aanzienlijk. Deze manier van leven blijft de effectiefste manier om het virus – en daarmee de baarmoederhalskanker die soms het gevolg kan zijn – tegen te gaan.
Bij deze leefstijl zijn de risico op het krijgen van baarmoederhalskanker zonder inenting klein, maar het is wel mogelijk. Ook als je alleen samenleeft met je eigen man of vrouw (monogame relatie) of je helemaal geen seksuele contacten hebt. Als jij of je partner wel wisselende contacten heeft (gehad), kun je alsnog voor inenten kiezen.
Kinderen tot en met 11 jaar vallen volledig onder de zeggenschap van de ouders. Bij herhaalprikken of het later halen van de vaccinatie geldt dat kinderen vanaf 12 tot en met 15 jaar volgens de wet bij medische behandelingen of onderzoeken een belangrijke eigen stem hebben. Zowel het kind als de ouder moet dan toestemming geven voor de vaccinatie. Maar als een kind in die leeftijdscategorie vraagt om vaccinatie, wordt toestemming van de ouders verondersteld. Dit vindt de NPV een te vrije uitleg van de wet. De arts of verpleegkundige weet immers niet of er ook daadwerkelijk overleg is geweest met ouders. Dat kun je niet controleren. De NPV pleit daarom voor een vorm van controleerbare toestemming.
Heb je vragen over de HPV-vaccinatie? Neem contact op met de NPV-Advieslijn. Je kunt met ons bellen, e-mailen en chatten. Wij helpen je graag verder!
Je hebt na het lezen van deze pagina misschien nog wel vragen over jouw persoonlijke situatie. Bijvoorbeeld:
Deze vragen kun je stellen aan de NPV-Advieslijn. Jouw persoonlijke situatie staat dan centraal. Heb je vragen over vaccineren in het algemeen? Ga dan naar de themapagina over vaccinatie of bestel de brochure. Bij de veelgestelde vragen vind je daarnaast nog extra vragen over de oproep voor de HPV-vaccinatie, of de vaccinatie verplicht is en wie over deze vaccinatie kan beslissen.
NPV-Advieslijn05 februari 2020
Inbreng van de NPV voor het Algemeen Overleg Medische preventie / Infectieziekten
De typen HPV die kanker veroorzaken worden vrijwel alleen verspreid door seksueel contact. Vaccineren tegen dit seksueel overdraagbare virus heeft vooral nut als je het type virus waarvoor wordt ingeënt nog niet hebt gehad. De overheid wil daarom jonge jongens en meisjes laten prikken (ruim0 voor dat ze seksueel actief worden. Voor veel jongeren is dat ergens tussen hun 12e en hun 16e. De HPV-vaccinatie wordt daarom aangeboden vanaf de leeftijd van 12 jaar.
Je laten inenten op latere leeftijd is ook mogelijk. Maar vanaf 26 jaar is dat wel op eigen kosten.
Nee, het is niet verplicht om je te laten vaccineren tegen HPV. De mogelijkheid om gratis te worden ingeënt is een initiatief van de overheid. De vaccinatie bestaat uit twee prikken en wordt uitgevoerd door de GGD bij jou in de buurt.
Kinderen vanaf 12 tot en met 15 jaar hebben volgens de wet bij medische behandelingen of onderzoeken een belangrijke eigen stem. Zowel het kind als de ouder moet dan toestemming geven voor de vaccinatie. Dit valt onder de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO). Deze patiëntenwet regelt rechten en plichten van artsen en patiënten. De wet spreekt over een ‘toenemende verantwoordelijkheid voor jongeren van 12 tot 16 jaar, maar het vertrekpunt is de wilsonbekwaamheid van een 12-jarige. Medische besluiten moeten daarom in goed onderling overleg met elkaar worden genomen. Wanneer je bij de GGD verschijnt voor deze inenting, gaat men ervan uit dat je ouders geen bezwaar hebben (‘veronderstelde toestemming’).
De NPV is er om u van goede informatie te voorzien. Wilt u ons helpen om daar ook in de toekomst mee door te kunnen gaan?