Leeftijd ‘eerste keer’ blijft stijgen en seks met een vaste partner is toch het fijnst

Chris Develing

Beleidsadviseur Onderzoek & Beleid

01 februari 2024

Rutgers presenteerde deze week haar rapport ‘Seks onder je 25e’. De resultaten werden vergeleken met soortgelijke onderzoeken uit 2012 en 2017. Daaruit blijken een paar opmerkelijke trends. Zo viel het op dat meiden veel vaker dan jongens met hun ouders en vrienden praten over zaken als zwangerschap en abortus. Het aantal soa’s bleef volgens dit onderzoek gelijk, ondanks een sterke vermindering van het gebruik van de pil en eerder alarm over gestegen gonorroe-besmettingen.

Losse partners en one-night-stands
Het onderzoek werd gedaan onder jongeren tussen 13 en 25 jaar. Een paar trends zijn opvallend of verdienen speciale aandacht. Jongeren hebben vaker dan voorheen eenmalig seks (one-night-stand) of een losse partner (‘seksmaatje’). In de periode tussen 2012 en 2023 was er bij meiden een stijging van 8 naar 14 procent en bij jongens van 16 naar 18 procent te zien. Het aantal jongeren met een ‘seksmaatje’ steeg onder meiden van 7 naar 18 procent en bij jongens van 10 naar 22 procent. Dit is een uiting van een veranderende seksuele moraal met alle risico’s van dien, zoals soa’s (seksueel overdraagbare aandoeningen). Soa’s kun je oplopen door wisselende contacten en/of door manieren van seks die afwijken van vaginaal (penis-vagina) contact. Oraal contact (mond-penis) kan bijvoorbeeld leiden tot infecties en keelkanker. Dat geldt ook voor anaal contact (anus-penis). Dat verhoogt onder meer het risico op darmkanker.

Binnen het praktisch onderwijs heeft de ruime meerderheid van de jongeren nog nooit een sekspartner gehad (84% jongens en 83% meiden). Op het vmbo liggen deze percentages nog hoger (88% jongens en 92% meiden). Met een gemiddelde startleeftijd van 18,7 jaar beginnen Nederlandse jongeren wat later aan seks dan in veel andere westerse landen. Deze bevindingen komen niet helemaal uit de lucht vallen. In 2017 bleek ook al dat de startleeftijd van Nederlandse jongeren aan het stijgen was. Dit is op zichzelf positief te noemen, omdat een jongere startleeftijd vaak wordt geassocieerd met problemen, zoals ongewenste zwangerschap, soa’s en dwang.

Verklaringen voor de steeds verder stijgende startleeftijd variëren. Het zou te maken kunnen hebben met de blootstelling die jongeren via (sociale) media krijgen op gebied van naaktheid en seksualiteit. Mogelijk legt dit een zekere prestatiedruk op jongeren, waardoor ze onzeker zijn om snel met seks te beginnen. Een andere verklaring wordt gezocht in het feit dat mensen over het algemeen langer leven, waardoor kinderen en jongeren minder snel moeten opgroeien. Deze verklaring lijkt te worden ondersteund door het ‘tragere levenspad’ dat ook bij andere factoren wordt gemeten, zoals het later beginnen met roken, drinken, trouwen, werken en autorijden.

Pil- en condoomgebruik neemt sterk af
Opvallend is de daling van het pilgebruik onder seksueel ervaren meiden van 17 tot en met 24 jaar. In 2012 was het percentage meiden ‘aan de pil’ nog 76 procent. In 2023 daalde dit naar 46 procent. Binnen deze leeftijdsgroep groeide ook het aantal meiden dat geen enkele vorm van anticonceptie gebruikt (2012: 9%, 2017: 12%, 2023: 20%). De meest genoemde redenen hiervoor betreffen volgens Rutgers dat de meiden geen hormonen wilden gebruiken, de laatste tijd geen seks hadden gehad met jongens en/of last hadden van bijwerkingen. Opvallend genoeg is het gebruik van de spiraal binnen deze groep wel toegenomen (2012: 6%; 2023: 21%), terwijl dit meestal ook gepaard gaat met hormonen. Het is denkbaar dat dit te maken heeft met veranderende opvattingen over de anticonceptiepil of de invloed van influencers op sociale media die zich, naast sommige auteurs, niet louter positief over de pil uitlaten.

Ook het condoomgebruik nam af. In vergelijking met 2017 daalde dit percentage bij meisjes van 72 naar 69 procent. Bij de jongens was een daling te zien van 75 naar 64 procent. Desondanks bleef het aantal soa’s gelijk. Rutgers noemt dit een opvallende bevinding en speculeert dat er wellicht enige tijd overheen gaat voordat minder condoomgebruik zich vertaalt in meer soa’s. Ook is het aantal jongeren met meer sekspartners afgenomen, waardoor soa’s mogelijk minder snel verspreiden onder jongeren. Hierdoor kan het aantal soa’s in evenwicht zijn gebleven.

Stijging abortus
De jaarlijkse rapportage over de abortuspraktijk liet zien dat er in 2022 35.606 keer een abortus is uitgevoerd. Dat betekent een stijging van bijna 15 procent en is daarmee een opvallende trendbreuk met de jaren daarvoor. Het is niet duidelijk of de sterke daling van het pil- en condoomgebruik hiermee te maken heeft. Er zijn meer verklaringen denkbaar zoals klimaatangst, geen woning of de hoge kosten van levensonderhoud.

Echter, volgens sommige studies bestaat er zoiets als een anticonceptie paradox, waarbij het aantal abortussen niet lager wordt door betere toegang van anticonceptie. Het achterliggende idee hiervan is dat vrije toegang tot anticonceptie bijdraagt aan het loskoppelen van seks en de verwachting van een zwangerschap. Als die bescherming tegen zwangerschap dan (onverwacht) niet werkt, is volgens sommige studies de kans groter dat – met name jongere vrouwen – voor abortus kiezen.

Een opvallend deel van het rapport betreft het onderzoek naar de opvattingen van jongeren over abortus. Er waren slechts twee antwoorden mogelijk: ‘Een meisje moet zelf kunnen kiezen of ze een abortus wil’ of ‘Abortus is moord’. Het feit dat er niets tussen deze twee opstellingen zit en het verschil in mate van nuance dragen mogelijk eerder bij aan meer polarisatie dan aan opbouwende inzichten.

Aandachtspunten
Als we de balans opmaken, valt er een wereld te winnen op gebied van een goede en gezonde omgang met seksualiteit. Over seksualiteit en de gevolgen ervan moet goede voorlichting prioriteit blijven. Daarbij is het cruciaal om het aantal abortussen terug te dringen. Het feit dat jongeren iets minder vaak verschillende partners hebben, kan als positief worden opgevat in het licht van een gezondere seksuele houding en een hogere kans op een gelukkig seksleven binnen een (latere) langdurige relatie. Het huwelijk is daarvan nog steeds de beste en meest stabiele vorm. Maar daarover doet het Rutgers rapport geen uitspraken.

Leeftijd ‘eerste keer’ blijft stijgen en seks met een vaste partner is toch het fijnst

NPV-Zorg
altijd dichtbij

Bekijk onze afdelingen

Onze thema's

Bekijk al onze thema's