25 juli 2018
Een verpleeghuisarts die euthanasie uitvoerde bij een 74-jarige demente wilsonbekwame vrouw in Den Haag heeft een berisping gekregen. Het Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg vindt dat de arts had moeten proberen om het besluit van tevoren met de vrouw te bespreken.
Onduidelijk en tegenstrijdig
Op het moment dat de vrouw voorafgaand aan de euthanasie een middeltje in haar koffie kreeg voor een rustige inleiding, was zij niet over de plannen ingelicht. De vrouw had ooit een euthanasieverklaring getekend. Daar stond in dat ze zelf het moment van haar dood wilde bepalen. Later, toen ze steeds verwarder werd, uitte ze regelmatig bedenkingen bij de euthanasieverklaring. De Regionale Toetsingscommissie Euthanasie oordeelde eerder al dat de arts onzorgvuldig had gehandeld. Ze had niet tot euthanasie mogen overgaan, omdat de schriftelijke verklaring van de 74-jarige vrouw onduidelijk en tegenstrijdig was.
Aandacht voor goede zorg
Diederik van Dijk, directeur NPV: ‘Gelukkig is de tuchtrechter met een veroordeling van deze handelwijze gekomen. Dit betreft immers een zeer kwalijke zaak. Het illustreert dat de zorg en bescherming van kwetsbaar leven onder druk staat. Je ziet dat de wettelijke zorgvuldigheidseisen door de praktijk steeds verder worden opgerekt. Euthanasie is steeds meer een begaanbare weg voor artsen geworden om een einde te maken aan het lijden van een patiënt. Uit het jaarverslag van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie blijkt dat in 2017 in totaal 169 mensen met dementie euthanasie kregen: 166 mensen in de beginfase en 3 mensen met ver(der)gevorderde dementie. Een enorme toename. In 2016 kregen 141 mensen met dementie euthanasie. De NPV vindt de toename van euthanasie bij dementie zorgelijk. Zonder de ernst van de aandoening te bagatelliseren, pleiten wij voor aandacht voor de angst van regieverlies – door mensen vaak ‘verlies van waardigheid genoemd’ – waar velen mee kampen en goede (dementie)zorg. Ieder leven, hoe kwetsbaar ook, is waardevol.’
