13 oktober 2025
De NPV heeft een brief gestuurd aan de leden van de Eerste Kamercommissie J&V over de ‘conversiehandelingen’ wet waarmee het strafbaar zou worden om iemands “seksuele gerichtheid of genderidentiteit” “te veranderen of te onderdrukken”.
Het wetsvoorstel is een poging om via het strafrecht mensen te dwingen tot een bepaalde – volgens de initiatiefnemers enige juiste – visie op of omgaan met “seksuele gerichtheid of genderidentiteit”. Hier is het strafrecht niet voor. Een meerderheid in de Tweede Kamer heeft inmiddels vóór het wetsvoorstel gestemd, ondanks fundamentele kritiek vanuit diverse hoeken, zowel nationaal als internationaal.
In onze brief verwijzen we naar een juridische analyse uit het Verenigd Koninkrijk, waar een soortgelijk verbod op conversietherapie ter discussie staat. Engelse topadvocaten concluderen dat elk verbod dat verder gaat dan het huidige strafrecht, waarbij net als in Nederland dwang en geweld al strafbaar is, op gespannen voet komt te staan met mensenrechten zoals de vrijheid van godsdienst en meningsuiting.
Daarnaast uiten we kritiek op de moties die het wetsvoorstel hebben aangepast, zoals de toevoeging van de termen “stelselmatig of indringend”. Dit rookgordijn waardoor sommige partijen zich hebben laten geruststellen, biedt de facto geen hogere drempel voor strafbaarheid. Ook een enkel gesprek kan als ‘indringend’ worden gezien of ervaren. De wet blijft uiterst subjectief en onzeker.
Om de reikwijdte van het wetsvoorstel te verduidelijken, leggen we graag vier praktijkcasussen voor aan de initiatiefnemers Paulusma, Becker, Van Nispen, Kostic en Westerveld. Hierin vragen we of ‘misgendering’ (iemand niet overeenkomstig de zelfgekozen identiteit aanspreken), het krachtig ontraden van een transitietraject, het uiten van kritiek of het ontkennen van het concept genderidentiteit, het begeleiden van kinderen bij acceptatie van hun biologische geslacht en het niet mee (kunnen) werken aan een schadelijk transitietraject, strafbaarheid zouden opleveren volgens het wetsvoorstel.
De NPV stelt deze vragen omdat het glashelder dient te worden welk gedrag deze wet strafbaar zou moeten stellen.
Lees hier de volledige brief.
