16 april 2024
Jaarverslag euthanasiecijfers geeft een zorgwekkend beeld
Op 4 april is het jaarverslag van de RTE (regionale toetsingscommissies euthanasie) over 2023 aangeboden aan minister Pia Dijkstra (Medische Zorg). In 2023 hebben de RTE 9068 meldingen van euthanasie ontvangen. Dat is 5,4% van het totaal aantal mensen dat vorig jaar in Nederland is overleden (169.363). Er is opnieuw sprake van een stijging in het aantal euthanasiegevallen: in 2023 werden 4% meer euthanasiegevallen gemeld dan in 2022. Deze stijgende trend is over een langere periode zichtbaar. Zo lag in 2002 (bij de komst van de euthanasiewet) het aantal euthanasiegevallen nog op 1882.
Euthanasie bij uitzonderlijke groepen
Van de patiënten had 88,7% aandoeningen als kanker, aandoeningen aan het zenuwstelsel, hart- en vaataandoeningen, longaandoeningen of een combinatie van (doorgaans lichamelijke) aandoeningen. In 328 meldingen is euthanasie verleend aan een patiënt met dementie die nog wilsbekwaam was. Bij 9 meldingen is euthanasie verleend op basis van een schriftelijke wilsverklaring, veelal omdat er sprake was van dementie in een verder gevorderd stadium. In 138 meldingen kwam het lijden (in overwegende mate) voort uit één of meer psychische stoornissen. Bij 349 meldingen kwam het lijden voort uit een stapeling van ouderdomsaandoeningen. 66 meldingen gingen over duo-euthanasie, wat betekent dat er 33 keer euthanasie werd verleend aan twee partners tegelijkertijd.
Euthanasie in plaats van het leven
Opvallend aan de euthanasiecijfers is dat euthanasie door de jaren heen steeds vaker bij mensen met psychisch lijden, dementie en een stapeling van ouderdomsklachten wordt verleend. Zo kregen in 2013 42 mensen euthanasie vanwege een psychiatrische aandoening (1% van het totaal) en dat steeg naar 138 (1,5%) in 2023. Voor dementie gold dat in 2013 97 mensen euthanasie kregen (2,2% van het totaal) en dit steeg naar 336 (3,7% van het totaal) in 2023.
Deze redenen voor euthanasie zijn, zeker ook in het buitenland, controversieel omdat het sterven hierbij vaak nog niet op korte termijn aanstaande is. Euthanasie wordt dan niet verleend als een uiterste redmiddel in de plaats het natuurlijke sterven, maar komt in de plaats van een leven dat ervaren wordt als niet-leefbaar. En daarmee krijgt euthanasie een heel andere betekenis. Paradoxaal is dat een situatie steeds vaker onder de noemer van ‘ondraaglijk lijden’ past, terwijl de palliatieve zorg zich juist steeds beter ontwikkelt.
Onderzoek stijging euthanasiegevallen
Al langer pleit de NPV voor onderzoek naar de continue stijging van het aantal euthanasiegevallen. Eind maart heeft minister Pia Dijkstra toegezegd dat dit onderzoek er zal komen.[1] De algehele stijging baart ons grote zorgen, zeker nu de gezondheidszorg onder druk staat en er sprake is van een dubbele vergrijzing (meer ouderen én minder jongeren). Wanneer zingevingsvragen onbeantwoord blijven, er onvoldoende oog is voor de problematiek van eenzaamheid of mensen zich een belasting voelen voor anderen, dan kan dit een flinke afbreuk doen aan de kwaliteit van leven. Euthanasie kan dan een oplossing in eigen regie lijken, maar ze is in werkelijkheid niet opgedrongen door een ziekte, maar door de omstandigheden.[2]
Normalisering van euthanasie gevaarlijk
Daarom te meer maakt de NPV zich zorgen om de progressieve wind van zelfbeschikking en individualisme die voelbaar is rond euthanasie. Veel te vaak wordt euthanasie, mede door inzet vanuit het kabinet*, gepresenteerd als een van de gewone opties rond het levenseinde. Dit kan (kwetsbare) mensen op ideeën brengen waar zij anders niet op gekomen zouden zijn. Mensen kunnen zich onder druk gezet voelen om euthanasie als optie te overwegen. Sterker nog, zij kunnen het idee krijgen zich te moeten verantwoorden wanneer zij willen blijven leven – zeker wanneer zij zich een last voelen voor hun naasten. De NPV pleit ervoor om euthanasie publiekelijk, persoonlijk, en in de spreekkamer van een arts niet te presenteren als een van de ‘gewone’ opties waar men rond het levenseinde voor kan kiezen. Laat euthanasie wat het is: een buitengewone handeling, geen gezondheidszorg.
*In het coalitieakkoord: ‘We versterken de deskundigheid van artsen in het handelen rondom het (zelfgekozen) levenseinde en bevorderen dat arts en patiënt tijdig met elkaar praten over de wensen rondom het levenseinde, zodat een patiënt de verschillende opties kan wegen (‘advanced care planning’).
Zo wordt flink ingezet op het terugdringen van handelingsverlegenheid van psychiaters rond euthanasievragen en heeft het Expertisecentrum Euthanasie een grote vinger in de pap, nu zij diverse subsidies ontvangt om scholingen voor artsen te ontwikkelen.’
[2] Zo liet recent onderzoek door Trouw zien dat ‘anderen niet willen belasten’ zwaar weegt als reden om euthanasie te vragen.
