07 november 2024
Vandaag publiceerde de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd de jaarcijfers over 2023 van de Wet afbreking zwangerschap (Wafz). In totaal zijn in dat jaar 39.332 abortussen uitgevoerd. In 2022 waren dat er 35.606. Voor het tweede jaar op rij is er sprake van een enorme stijging. De oorzaak is onbekend. Een pleidooi voor onderzoek naar deze stijging door de NPV en anderen is tot nu toe genegeerd door de politiek.
In totaal steeg het aantal abortussen in 2023 met 10,5%. In absolute aantallen zijn dat 3.685 abortussen meer dan het vorige jaar. Het aantal abortussen onder Nederlandse vrouwen in 2023 steeg flink naar 36.024. Het aandeel abortussen onder buitenlandse vrouwen bleef vrijwel gelijk.
Rol huisarts bij verwijzing beperkt
In 2023 heeft 80% van de vrouwen een abortuskliniek bezocht zonder een verwijzing. Dit is een toename van 46% ten opzichte van 2022. Nacontrole ontbrak vaker bij behandelde vrouwen in een abortuskliniek (9% in 2023, 5% in 2022). In 59% van de gevallen was sprake van een instrumentele behandeling (al dan niet in combinatie met medicatie), ook wel een curettage genoemd. Van curettage is bekend dat dit de kans op (extreme) vroeggeboorte bij een volgende zwangerschap verhoogt. De meest voorkomende complicatie was ook in 2023 een incomplete abortus gevolgd door overmatig bloedverlies.
Abortusratio
Opnieuw steeg de abortusratio sterk, van 193 naar 219. In 2022 was dit nog 157. Dit betekent dat er in 2023 voor iedere 1.000 levend geboren kinderen 219 abortussen werden uitgevoerd. Het totaal aantal levend geboren kinderen in 2023 zakte naar een historisch dieptepunt: er werden ‘slechts’ 163.881 kinderen geboren.
Wat moet er gebeuren?
De totale stijging van 3.726 abortussen ten opzichte van het jaar ervoor is schokkend. Het vorige kabinet heeft zich uitgesproken voor het terugdringen van het aantal abortussen. Met de derde uitschieter in vijf jaar tijd (zowel in 2019 als 2022 was er een opvallende stijging) moet er dringend worden gezocht naar verklaringen voor deze stijgende lijn en oplossingen om het aantal abortussen te verminderen. Het huidige kabinet geeft in haar hoofdlijnenakkoord aan dat de wettelijke kaders rond het begin van leven ongewijzigd blijven, ‘… behoudens onvoorziene en belangwekkende ontwikkelingen …’. De stijging van de afgelopen twee rapportagejaren lijkt in voldoende mate onvoorzien en belangwekkend om de wettelijke kaders niet te sparen als dit bijdraagt aan het terugbrengen van het aantal abortussen.
Het is goed mogelijk dat deze stijging in de komende jaren verder zal toenemen. Het kabinet heeft in de afgelopen tijd namelijk enkele progressieve maatregelen doorgevoerd die nog niet speelden in 2022, zoals het afschaffen van de verplichte bedenktijd en het aanbieden van de abortuspil door de huisarts. De huidige stijging van 2023 kan te maken hebben met het afschaffen van die verplichte bedenktijd, het steeds normaler maken van abortus, het presenteren van abortus als reguliere zorg en het zelfs te poneren als mensenrecht. De NPV vindt dat uiterst zorgelijk. Het is wat ons betreft belangrijk dat er indringend gewerkt wordt aan een cultuur waarin elk leven welkom is en het doden van ongeboren kinderen ondenkbaar is.
Van 9 t/m 16 november 2024 is de jaarlijkse Week van het Leven, ter bescherming van ongeboren kinderen en meer hulp aan onbedoeld zwangere vrouwen.