31 mei 2023
Gisteren is het vierde evaluatieonderzoek van de Euthanasiewet aangeboden aan de Tweede Kamer. De evaluatie geeft veel cijfermatige informatie, maar laat belangrijke vragen liggen. Dat is een risico, juist in tijden van aanhoudende tekorten in de zorg.
Diederik van Dijk, directeur van de NPV: ‘De evaluatie van de euthanasiewet is inmiddels een bekend format, dat veel informatie oplevert. Wij spreken onze waardering uit voor deze herhaalde evaluaties, waaruit een blijvend besef spreekt van de aard van deze wetgeving. Het gaat immers om het actief beëindigen van leven. Tegelijk blijven bepaalde kritieke aspecten buiten beeld. De vraag naar euthanasie stijgt. Tegelijk zien we dat zorg aan ouderen en aan mensen in de psychiatrie steeds meer onder druk staat. Dat vraagt om een kritische reflectie op de aanleidingen voor euthanasieaanvragen. Het blijft tot op heden onbekend in hoeverre de huidige tekorten in de zorg van invloed zijn op de stijgende vraag naar euthanasie.’
Stijging van euthanasiecijfer én van toepassing palliatieve sedatie
Het aantal euthanasiegevallen stijgt al jaren. In 2021 was dat cijfer opnieuw hoger dan in de jaren daarvoor: in 2015 werd er 6.650 keer euthanasie uitgevoerd (4,5% van alle sterfgevallen); in 2021 was dat 9.025 keer (5,3% van alle sterfgevallen). Daarnaast werd in 2021 opnieuw veel vaker palliatieve sedatie toegepast: dat gebeurde in 23% van alle sterfgevallen. Dat percentage was in 2015 slechts 18% was. In absolute aantallen komt dit erop neer dat in 2021 38.850 keer palliatieve sedatie is toegepast.
Patiënten wijzen alternatieven steeds vaker af
Euthanasie vindt altijd plaats tegen de achtergrond van een bepaalde zorgpraktijk en van de beschikbaarheid van alternatieven. Er zijn tegenwoordig meer mogelijkheden om lijden aan het einde van het leven te voorkomen. Het is belangrijk om na te gaan of zorgverleners daar voldoende kennis over hebben en daar voldoende met de patiënt over communiceren. Uit de evaluatie blijkt dat persoonlijke redenen van de patiënt om alternatieven af te wijzen steeds zwaarder wegen. Steeds vaker bepaalt de patiënt zelf of er sprake is van uitzichtloos lijden. Zo beschrijft het evaluatierapport een casus van een patiënt die ondraaglijk en uitzichtloos leed door een stapeling van ouderdomsklachten en verlies van waardigheid: “De uitzichtloosheid van het lijden was evident […] De arts had patiënt op diverse hulpmiddelen gewezen zoals een scootmobiel en visuele hulpmiddelen. Patiënt wees deze voorstellen echter af aangezien daarmee zijn hoofdprobleem niet werd opgelost. Hij leed aan de afnemende kwaliteit van zijn leven”.
Zorgvuldige toetsing euthanasiepraktijk is essentieel
Van Dijk: ‘De kerncriteria van de toetsing, ondraaglijk en uitzichtloos lijden, zijn niet goed toetsbaar. Het enige wat je wel kunt toetsen en wat over het algemeen goed getoetst wordt, zijn de andere criteria: het raadplegen van een tweede arts en het gebruik van juiste middelen.’ Uit de evaluatie blijkt dat een kwart van de ondervraagden ‘vindt dat de Wtl aan vernieuwing toe is’. Wat de NPV betreft moet de toetsingsprocedure niet verder vereenvoudigd en gestandaardiseerd worden. De toetsing moet zorgvuldig plaatsvinden, juist als het gaat om het beëindigen van mensenlevens.
Schrikbeeld dementie van invloed op publieke opinie over euthanasie
Van Dijk: ‘Het is de taak van de overheid om de meest kwetsbaren te beschermen. De publieke beeldvorming speelt hierbij een serieuze rol. In de maatschappij zien we dat dementie een groeiend schrikbeeld, mede gestempeld door zorgtekorten. Dat heeft ook invloed op de publieke opinie over euthanasie.’ Uit het rapport blijkt bijvoorbeeld dat 59% van de respondenten het eens is met de stelling dat patiënten met dementie euthanasie moeten kunnen krijgen, ook als de patiënten niet meer snappen wat er gebeurt. was het daarmee eens; 14% was het oneens. 55% van de respondenten vond dat patiënten met ernstige psychische aandoeningen voor euthanasie in aanmerking moeten kunnen komen, tegenover 13% die het met hen oneens was. Deze percentages zijn vergelijkbaar met cijfers uit 2016. Daartegenover staat dat minder mensen vinden dat familie hulp bij zelfdoding mag verlenen: in 2016 vond 46% dat dat moest kunnen; in 2022 nog maar 25%.
Gesprek over het levenseinde
Van de Nederlandse burgers gaf 66% aan wel eens na te denken over medische beslissingen rond het levenseinde, vergelijkbaar met de cijfers in eerdere evaluatierapporten. Het vaakst werd nagedacht over euthanasie (47%), over wie beslissingen over medische behandeling moet nemen als de persoon dat zelf niet meer kan (44%), en over welke medische behandeling men wel of niet meer wil ondergaan bij een ernstige ziekte (40%). Het percentage burgers dat wel eens met een arts heeft gesproken over medische beslissingen rond het levenseinde is veel kleiner: maar 13% heeft deze overwegingen ook besproken met een arts. Ook zijn er in 2022 nog steeds maar weinig burgers die een wilsverklaring hebben ingevuld.
Euthanasievraag niet meer uitzonderlijk
Van Dijk: ‘De Wtl is destijds aanvaard onder de grondhouding van euthanasie als uitzondering. De publieke opinie beweegt zich steeds verder van die opvatting af. Er is een absolute stijging van euthanasiecijfers: er zijn niet alleen meer verzoeken voor euthanasie, maar euthanasie wordt ook vaker uitgevoerd. Ook vindt een verschuiving plaats van de aanleiding voor de hulpvraag. Patiënten en artsen zijn het uitzichtloos, ondraaglijk lijden als criterium voor euthanasie voorbij. Het criterium is opgerekt in de richting van ‘gebrek aan kwaliteit van leven’. Dementie, psychiatrische ziektebeelden en voltooid leven zijn toenemend aangrijpingspunt voor een euthanasieverzoek. In de beeldvorming schuift euthanasie op van ‘uiterste noodsituatie’ naar ‘recht op’. De evaluatie geeft geen antwoord op het sterk gestegen euthanasiecijfer op grond van andere aandoeningen dan kanker of op de stijging van gevallen waarbij mensen zonder euthanasie nog langere tijd hadden kunnen leven. Achter die toenemende levensverkorting kunnen veel meer factoren een rol spelen, zoals eenzaamheid.’
Lees meer over het NPV-standpunt over euthanasie